Zoals ik in deel 1 van mijn jeugdherinneringen al schreef, was ik niet blij met de verhuizing naar Breda. Gelukkig vond ik wel een vriendinnetje. Lianne van Zundert.
Lianne en ik waren lange tijd onafscheidelijk. En toen ik bij oma en opa in Halsteren ging logeren in de zomervakantie mocht Lianne ook mee. We bleven er 4 weken. In die 4 weken hebben we gewandeld, gefietst, gezwommen en heerlijk gespeeld zoals kleine meisjes dat doen. Heimwee naar onze ouders? Echt niet. Het was heerlijk bij oma!
Op school vond ik het tot en met de 5e klas heel leuk. Ik had nooit problemen met de juffen en de meesters. Niet dat ik zo braaf was hoor, ik was een heel ondeugend meisje, maar wel goudeerlijk al zeg ik het zelf. Ik was geen echte studiebol. Verre van dat. Ik was veel te snel afgeleid en kon niet stilzitten. Maar tot dan toe ging het nog redelijk spelenderwijs denk ik want ik had het prima naar mijn zin.
Maar toen ging ik over naar de 6e en kwam in bij de heer Bastiaansen in de klas.Zelfs als ik er nu nog aan terug denk vraag ik me af waarom die man in hemelsnaam onderwijzer is geworden. Hij kon werkelijk niks verdragen van zijn leerlingen. En vooral die Jeanneke Nefs…. nee daar moest hij niks van hebben. In dat jaar was het gedaan met mijn zorgeloze leventje (vond ik dan hè). Toen dan ook uit de citotoets bleek dat ik weliswaar slim was maar nog erg kinderlijk en het advies kreeg om een jaar langer op de lagere school te blijven heb ik huilend tegen mijn vader gezegd: “Als ik nog een jaar bij die man in de klas moet dan loop ik weg!” En gelukkig nam papa dat serieus en ik mocht naar de MAVO.
En toen werd opa ernstig ziek. Dat was echt een vreselijke tijd. Thuis was het uiteraard niet gezellig want papa en mama hadden er veel verdriet van want ze wisten dat opa aan zijn ziekte zou gaan sterven. Dat duurde 9 maanden waarin opa langzaam maar zeker steeds zieker en zwakker werd.
Op het laatst logeerde ik bij een collega van papa want papa en mama waakten met oma bij de op sterven liggende opa. En ik moest naar school natuurlijk. Bovendien is dat geen omgeving voor een overgevoelige puber zullen mijn ouders gedacht hebben.
Na het overlijden van opa ging ik weer heel vaak naar oma die nu toch maar heel alleen was zo zonder haar man.
En aan Breda vond ik nog steeds niks aan!
– wordt vervolgd –